jelleenhes.reismee.nl

Flores

Groter kan het verschil niet zijn. Zo lig je het op strand met een kokosnoot/cocktail en gevoelstemperatuur van 40 graden en zo zit je in het AZ stadion met een gevoelstemperatuur van -20 graden en ben je aan het schaatsen op het duizend eilandenrijk.

Van west naar oost Flores

31-1 reisdag van Labuanbajo, via Bajawa naar Riung

De tien laatste dagen van onze reis zullen we doorbrengen op Flores. Alhoewel, misschien vliegen we door naar Timor of Sumba Island als we op de laatste dagen de zon dreigen te missen. We willen de laatste dagen wel echt even uitrusten en chillen met zon, zee, strand en cocktails. Vandaag trekken we verder naar het oosten en we hebben geluk! Er is net een vliegveld geopend in Bajawa. Dit scheelt ons een x aantal uur rijden en om de kosten hoeven we het ook niet te laten. Voor het vliegticket betalen we maar liefst €15,- p.p. Binnen een half uur landen we met nog 20 personen op het kleinste vliegveldje wat we ooit gezien hebben. De bagage wordt uit het vliegtuig gedragen door 2 man en vervolgens op een tafel (de kortste bagageband ooit) gelegd. De aankomsthal is zo'n 3 bij 3 m2 en binnen 1 minuut na de landing komt er al een taximannetje vragen waar we heen willen gaan. Hij is Jel net wat te opdringerig, dus die wil nog even verder zoeken. Buiten staat er echter nog maar 1 taxi. Deze man sprak echter geen engels en had ook nog eens een hogere prijs in z’n hoofd. Wij gaan dus toch mee met de 1e man, een lookalike van 1 van de mannen van het Jamaicaanse bobsleeteam uit de film Cool runnings. Hij is redelijk verbaasd dat we Bajawa zelf willen overslaan. Daar gaan immers alle toeristen heen, maar traditionele dorpjes zijn niet zozeer voor ons weggelegd. Wij gaan liever voor minder ontdekte, niet toeristische plaatsen zoals het rustige dorpje Riung.

Onderweg naar Riung komen we eerst nog langs een mannetje met ananassen, die er een bijzondere verkooptechniek op na houdt. Hij start met 3 stuks voor 20.000 Rp (€1,20). Als wij vragen wat 1 ananas kost, is dat maar 5.000. Uiteindelijk nemen we er 2 en dit kost ons dan 10.000. Vaak willen ze hier niet eens meer geld, je betaald gewoon dezelfde prijs als anderen. Ook al ben je toerist, ze zullen je hier niet heel snel besodemieteren. De verse sappige ananas, waar deze streek om bekend staat, wordt dan ook nog voor ons gesneden met een mes dat ongeveer 2 keer zo groot als een broodmes is. Iedereen, inclusief sommige kinderen, lopen daarmee over straat alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Deze messen gebruiken ze om takken en groen af te snijden als voer voor hun buffels/koeien. Slechts 1 keer kwam zo'n mes ietwat bedreigend over, toen een enigszins verstrooide of dronken man op ons afkwam lopen en om money vroeg met dat enorme mes in zijn hand. Hij had het zelf waarschijnlijk niet door, maar wij zijn toen heel snel weggereden.

Na de heerlijke verfrissende fruitsalade en wat kinderen blij gemaakt te hebben met gekleurde, lichtgevende ringen die we mee hadden vanuit Nederland, gaan we naar SOA. Het is een wat bijzondere naam voor een hotspring, maar het was echt heerlijk. Een warmwaterpool, met een stromende rivier in een soort park met veel groen. Het water was echt heel heet (als het goed is zo’n 45 a 50 graden) en we waren naast wat lachende locals de enige. Na een ontspannen, verhittende badder- en scrubsessie met een steen (zo doen ze dat hier), gaan we weer door. Na in de auto gestapt te zijn kronkelen de wegen richting de grootste markt van Flores waar we aandachtig worden bekeken door de locals. De bevolking kauwt hier de hele dag op betelnuts, gemixt met een wit goedje en een groentestengel. Deze mix ´verdooft´ en is ´gezond´ en wordt rood in je mond. Daarna spugen ze het uit op de straat. Na een tas vol fruit gekocht te hebben en een paar foto’s gemaakt te hebben van de mooie mensen hier vervolgen we de weg. In het gebied wat we passeren schijnen vroeger hobbits (ebu gogo) geleefd te hebben. Kleine wilde behaarde mensjes die op apen leken, maar ook een beetje konden praten. Ze kwamen vroeger naar de dorpen en stalen daar voedsel. Toen de dorpelingen klaar waren met de ‘overlast’ van de hobbits, werden ze dronken gevoerd, in hun grot opgesloten en daar levend verbrand. Maar goed dat sprookjes niet bestaan.

De route van Bajawa naar Riung was oogstrelend en voor ons beide de mooiste route van de reis. Als we na een aantal uur rijden, aankomen bij ons nieuwe verblijf (Nirvana) zit er een groep van 14 blanke oudere mensen aan tafel! Is dat even schrikken. Tijdens het uitladen, komt onze buurvrouw zich direct verontschuldigen. Blijkbaar had ze onze blikken opgevangen. Ze zei dat ze echt geen herrieschoppers waren en allemaal uitgeput van het harde werken, voor 20 uur in bed lagen. Het was een groep vrijwilligers uit Québec die daar een maand kwamen werken aan de opbouw van het vrij arme Riung. Ze bouwen nu een kas en hebben kilo's vruchtbare aarde vanuit de bergen naar het dorp gebracht, zodat het dorp meer zelf kan gaan telen. In de avond lopen we nog iets merkwaardigs tegen het lijf. Wij zien 2 honden verstrengeld in elkaar. Als we vervolgens nog iets beter kijken, komen we tot de ontdekking dat er een poot van één van de honden in de ander zijn kont bevindt. Dit lijkt ons niet vrij gebruikelijk. De hond met de poot in zijn kont lijkt het in ieder geval niet fijn te vinden, maar kan op geen enkele manier ontsnappen aan zijn belager. Dit heeft wel iets weg van een brute verkrachting. Hester komt vervolgens op het idee om hier iemand bij te gaan halen. We komen alleen een paar kinderen tegen, maar toch nemen we ze maar mee naar het proces. Zij liggen vervolgens helemaal in een deuk en geven aan dat dit de normaalste zaak van de wereld is. Of wij zijn gek, of de honden zijn gek of de kinderen in Riung zijn zo gek als een deur.

1-2 Het 17 eilandenrijk

Riung zelf is echt een uitgestorven dorpje van niets, maar vanaf de haven kom je binnen een half uur in het 17-islands park. Je schijnt hier prachtig mooi te kunnen duiken en snorkelen. Wij hebben de keuze uit 1 boot en dus een private tour voor ons. Aangezien we onderhandel moe zijn, betalen we deze keer eens iets te veel. Helaas waaide het vrij hard en stond er een flinke stroming, waardoor er weinig zicht was tijdens het snorkelen. Het koraal zag er mooi en goed uit dus dat was extra jammer, want dat is lang niet overal meer zo. Wel hebben we een mooi strandje uitgezocht tussen de mangroves uit de wind. Dit leek echt wel expeditie Robinson eiland, maar dan voor ons tweetjes. Hier hebben we wat gelezen en liggen chillen. Na een paar uur kwam de kapitein ons halen omdat we terug moesten vanwege de hoge golven. Terug in het dorp speelden er een aantal jochies een voetbalpotje op blote voeten. Dat zie je hier overal, maar er moet gezegd worden dat deze jochies het niveau van Vios 3 aantikten. Ik mocht als scheidsrechter fungeren, aangezien ik het niveau niet bij kon houden, net als bij Vios 3 ?. Naast voetbal lijkt badminton sport nummer 2 in Indonesië. In de avond eten we heerlijk bij een restaurantje waar een paar jonge meiden de scepter zwaaien.

2-2 Van Riung, via Ende naar Moni

Vanuit de noordkust rijden we vandaag naar de zuidkust richten het oosten. De route is echt prachtig. Jel kijkt zijn ogen uit, overal bergen felgroen van kleur en schitterende uitzichten. Onderweg stopten we bij Blue stone beach om de turqoise stenen te zien aanspoelen. Deze worden gebruikt om spa´s mee te decoreren. Uiteraard kan Hester het ook niet laten om een hele zak vol mee te nemen. Daarna stopten we in de plaats Ende waar Jelle zijn lekkerste en pittigste maaltijd van de reis heeft gegeten. De rekening (uitgebreide lunch voor 3 personen inclusief drankjes voor slechts €4,50), maakte het nog mooier.

We vervolgden de route naar Moni, een klein bergdorp vlakbij de vulkaan Kelimutu. We kiezen voor de accomodatie pondok Hidayah, omdat deze wat verder van de hoofdweg ligt en we uitkijken op een mooie tuin. Het is daar rustiger dan verderop in het dorp en daar houden wij van! Lekker tussen de locals, die hier allemaal iets weg hebben van Jamaicaanse rastamannen. We werden vrijwel direct uitgenodigd voor de verjaardag van de eigenaar. Hij vierde zijn verjaardag samen met zijn nichtje (zij werd 20), bij de buren. Wat een sociale en gastvrije mensen dachten wij. Maar de volgende ochtend dachten we daar toch iets anders over. Na een bijzonder taart uitdeeltafereel, waarbij de taart werd aangesneden en vervolgens hapje voor hapje aan iedereen werd uitgedeeld. De traditie beginnend bij moeder (vader was 2 jr terug overleden toen hij een geluidsbox repareerde), directe familie, wij blanken enz enz. vonden wij beiden mooi om te zien. Dat is wel iets wat we in Nederland kunnen introduceren. Te beginnen bij Hesters verjaardag, die bijna jarig is. Op het feest was er één iemand die rond liep met een glaasje Arak (sterke drank met suikerriet). Dat glaasje vulde hij continu bij en hij liet iedereen er één voor één uitdrinken. Na heerlijk eten, zingen en dansen gingen wij er vandoor omdat we morgen bij zonsopkomst bovenop de vulkaan Kelimutu zouden staan.

3-2 Kelimutu

Dit plan werd enigszins gewijzigd toen de muziek om 4 uur ‘s ochtends nog steeds vol aan stond en wij eigenlijk nog niet echt geslapen hadden. We hebben elk uur van de wekker gezien en elk uur vroegen we ons af hoelang het feestje nog door zou gaan. Toen we er om 7 uur toch maar uitgingen, waren er nog steeds 10 bezopen dorpelingen samen met moeders aan het feesten. Die moslims weten wel hoe je een feestje moet vieren.

Mateo (de broer van de eigenaar) rijdt ons na het ontbijt naar het beginpunt, waarna we te voet verder de vulkaan op gaan. Op het pad er naartoe word ik uit het niets gebeten door een agressieve aap, waardoor ik met stok bewapend verder ga. Jammer dat ze verpest zijn doordat ze te eten krijgen van toeristen en blij dat ik mijn iets langere broek aan had! Op Kelimutu heb je 3 kratermeren, die elk een andere kleur hebben. Om onverklaarbare redenen veranderen deze kleuren om de zoveel maanden/jaren. De meren en het uitzicht zijn fenomenaal. Hier maken we uiteraard het ene selfie na het andere selfie. We tellen hier wel geteld 3 blanke toeristen en 2 handen vol Indonesische toeristen, die uiteraard weer allemaal met ons op de foto willen. We verbazen ons wederom om de stilte en de rust om ons heen, terwijl hier door het jaar heen toch gemiddeld 200 mensen op een dag rondlopen. En we beseffen ons maar al te goed dat we het lang niet slecht hebben!

Na een paar uur genieten besluiten we om te starten met onze wandeling van 12 km terug naar het dorp. De beentjes moeten toch ook wel eens getraind worden om straks in topvorm terug te keren voor de volleybal, voetbal en tennis. De laatste 3 km waren het leukste door een bos en in dat bos lag een waterval verscholen. Aangezien het midden op de dag was en wij behoorlijk zweten, namen we een heerlijke en verdiende duik in het water. Aangezien de waterval nog geen km buiten Moni lag, konden wij de geluiden horen vanuit het dorp. Geloof het of niet, maar het feest was nog steeds aan de gang! Tijdens onze duik kwam hier gelukkig een einde aan. Regelmatig viel hier de stroom uit, wat het helemaal gezellig en authentiek maakt. Om 3 uur ’s middags was het feest gelukkig afgelopen, waardoor wij weer relaxed verder kunnen in een goed boek.

4-2 Jel en Hes op de scooter - Detesoko

Vandaag zijn we op de scooter naar het dorp Detesoko gereden, wat een km of 15 buiten Moni ligt. Toen we het dorp bijna bereikten werden we aangesproken door een gezin met 4 kinderen. Er werd ons een kop thee aangeboden. En aangezien er in de Lonely Planet een aantal Indonesische woorden en zinnen staan, proberen wij eens een goed gesprek met ze te voeren. Vervolgens nodigen we het hele gezin uit om mee te gaan naar een hotpool, iets verderop gelegen. Alleen de vader maakt hier gebruik van. De rest van de familie gaat zich bezig houden met de voorbereiding van de lunch, waarvoor ze ons uitnodigen. Aangezien vaders precies weet waar het is rijdt hij op onze scooter met Hester achterop naar de hotpool. 10 minuten later komt hij mij oppikken. Het is grappig om te zien dat iedereen hier zijn kleren aanhoudt als ze het water in gaan. Daarna rijden Hester en ik nog naar het Lourdes van Detesoko, aangezien een groot deel van de bevolking in Flores katholiek is.

Na eerst een bal gekocht te hebben voor de 2 jongste jongens komen we terug bij de familie. Vervolgens laten we ons het eten smaken en probeer ik in het Indonesisch beleefd te vragen hoeveel de rekening is. Als ze mij daarna aangeven dat het gratis is, geef ik wederom in het Indonesisch aan dat ik denk dat er een fout in de rekening is gemaakt. Vervolgens ligt de hele familie in een deuk. Als ik later wederom in het Indonesisch aangeef dat ik de rekening eigenlijk te duur vind is het een lachen van jewelste. Daarna voetballen we nog een half uurtje met de kids en word het voor ons tijd om terug te gaan naar Moni. Daar bezoeken we nog een paar hotpools. Helaas werden hier de mannen van de vrouwen gescheiden, wat het er niet leuk opmaakte.

5-2 Van Moni naar Koka Beach

Helaas is het tijd om het fijne Moni achter ons te laten. Wederom laten we ons vervoeren door Mateo. De man is snikverkouden en geeft na een half uur aan even te willen pauzeren. Als we naast onze auto staan, vraagt hij aan Hester of ze eventueel een medicijn heeft. Terwijl hij dit vraagt passeert er een man met een bek prachtige tanden. Hij geeft aan dat hij Mateo met een voetmassage kan genezen. En warempel na een paar minuten voelt Mateo zijn neus open gaan. Aangezien Hester nogal eens last heeft van haar darmen wil hij Hester haar voeten ook wel even masseren. Om de paar minuten geeft hij vervolgens een hele vieze boer. Als wij vragen waarom dit is, geeft hij aan dat dit opborrelt vanuit Hester haar lichaam. Toeval of niet, maar ook Hester voelt zich een stuk beter. Wij belonen de wonderdokter met een pakje sigaretten.

Na een 1,5 uur gereden te hebben, komen we aan op misschien wel het mooiste strand wat we ooit hebben gezien. Een paradijs op aarde, Adam en Eva zijn terug en wel op Koka beach. Een klein eilandje bestaande uit 2 witte stranden met een azuurblauwe zee en rotspartijen tussen de groene heuvels. We maken kennis met de eigenaar Blassius, die de eigenaar is van een groot deel van het strand. Voor de lunch laat hij een paar mooie vissen zien waar we uit kunnen kiezen. We kijken onze ogen uit, zo mooi is het hier. We dromen weg, we blijven hier en gaan hier wonen!

Als blijkt dat we hier kunnen overnachten, twijfelen we geen seconde. Dwars door het maïsveld, waar we ‘s avonds steeds de verkeerde afslag nemen, staan 2 bungalows. Althans, er staan 2 hutten waarvan de afwerking, het dak, de privacy en hygiëne hier en daar wat ontbreekt. Nadat we de bungalow van binnen hebben bewonderd (ook wel hut van de huttenbouw met overal gaten en platen tegen de muur gezet en de smerigste lakens, klamboe en hangplee ooit), twijfelen we iets meer, maar het is hier echt te mooi om nu al weg te gaan. We dromen verder en denken aan een samenwerkingsverband, waarbij wij wat bungalows neerzetten op het strand waar nu slechts wat half gebouwde houten hutjes staan. Zo zonde dat hij er niet meer van maakt. Hij zegt dat hij geen geld heeft en eerst op inkomsten moet wachten. Je zou denken leg een aantal ligstoelen/zitzakken neer, knap de hutjes op, koop één westers toilet en je bent al een heel eind. Het douchen onder een tuinslang zal voor de meeste toeristen geen probleem zijn. Het hurken boven een gat heb ik deze vakantie gelukkig niet hoeven ondergaan. Gelukkig hoefde ik in de 2 dagen dat we hier zaten niet te poepen. Mocht je nog moeten eten straks, eet smakelijk alvast.

Wij besluiten het strand iets wat schoner te maken en lopen met een vuilniszak het strand af. Helaas zit het hier blijkbaar in de cultuur om je troep te laten liggen of weg te gooien op plekken waar dat niet hoort. De volgende morgen begint moeders toch actief met het aanvegen en opruimen van het strand rondom het restaurant. En ook opa is aan het werk gezet bij een totaal in elkaar gestort hutje aan zee, waarvan ik voorzichtig aangaf dat dat wellicht ook niet echt fraai oogt. Confronterend en duidelijk word het probleem wanneer ik maar weer eens een heerlijke kokosnoot bestel en een rietje krijg en vervolgens vrouwlief zelf het plastic van het rietje op de grond gooit.... Dan vraag ik me af of het ooit goed gaat komen. Er zijn wel ecoprojecten gaande, maar Flores loopt hierin nog ver achter. Ze kunnen hier zoiets moois maken, maar zelfs hun eigen huis is een troep. Overal ligt afval, de kinderen slapen op de grond op een heel dun matrasje achterin het restaurant. ’s Avonds eten we een heerlijke catch of the day, waaronder een Red Snapper. In de avond lopen er een aantal mannen met zaklamp en speer de zee in. Een tijdje later komen zij terug met de vangst en kunnen wij onze maaltijd voor de volgende dag alvast reserveren. Na een paar potjes rummikub gaan we met lichte tegenzin op bed, aangezien we weten hoe smerig ons hutje eigenlijk is. Verder zal ik er geen woorden over vuil maken.

6-2 Koka Paradise

Als het 6 uur ‘s morgens is zijn we blij dat er een nieuwe dag is aangebroken. We sprinten naar het strand en besluiten onze frisbee maar eens te gaan gebruiken. Aangezien ik vroeger de nummer 6 van de wereld ben geweest en ik het heb geleerd van de grote op aarde ‘Daan Slatman en Michel Koot’ kan ik op een behoorlijk niveau acteren. Hester daarentegen heeft nog wat moeite en aangezien ik zelf geen goede leermeester ben, hebben we het helaas niet lang vol gehouden. We besluiten om het van de lente nog eens te proberen in een park in Alkmaar. ’s Middags zijn we op de scooter naar Paga Beach gereden wat een aantal km verderop lag. Hier hebben we geluncht, waarna we in het dorpje Wolowiro op zoek gingen naar een kapper. Deze konden we echter niet vinden. Bij terugkomst op ons strand gaf de eigenaar aan dat hij de kapper zou laten komen. Een half uurtje later word ik op mijn wenken bediend en laat ik mijn haar knippen/baard scheren op één van de mooiste plekken op aarde. Jaja het leven is goed en ook dit kost weer een habbekrats. Na een biertje zien we de zon achter de rotsen verdwijnen.

7-2 Van Koka Beach naar eindbestemming Maumere

Uiteraard besluiten we om voor dag en dauw op te staan. Tussen de 2 strandjes hebben we namelijk een heuvel waarop we de zonsopkomst willen zien. Hierboven valt het pas op dat de 2 stranden eigenlijk een soort van hartvorm hebben. Love is in the air ?Na ons ontbijt blijven we nog tot 10 uur op het strand chillen. Helaas komt er ook aan dit sprookje een einde. Er moet wel gezegd worden dat het van mij een graadje of 10 kouder had gemogen. De temperatuur zal op zo’n 32 a 33 graden gelegen hebben, met een gevoelstemperatuur van 40 graden. Tussen 11 en 15 uur probeerden we de zon dan ook te vermijden.Om 10 uur zouden we worden opgehaald door Mateo, hij zou ons verder brengen naar het eindpunt Maumere. Helaas belt hij ons om 9 uur op om te zeggen dat hij niet komt, maar zijn brother. Een vriend noemen ze hier standaard brother/kai of ome. De verbazing is niet groot als de taxidriver later geen woord Engels spreekt. Aangezien we al ruim een week geen wifi en dus internet hadden, hadden we nog niet besloten in welk resort we zouden eindigen.

Aangekomen in Maumere nemen wij dus behoorlijk de tijd om het juiste resort uit te kiezen. De driver was hier niet heel erg blij mee, wat je dan zelf ook niet een heel fijn gevoel geeft. Bij het 3e resort Sea Word Club besluiten wij ons te gaan nestelen in een villa aan het water. Voor deze plek betalen we ruim 2 keer zoveel als dat we tot nu toe hadden gedaan. Maar ach ja, je leeft maar één keer. Net als in Banda Aceh, waar we onze reis gestart zijn, heeft er in het verleden ook in Maumere een aardbeving/tsunami plaats gevonden. De hele stad is in 1992 voor de helft met de grond gelijk gemaakt, en er zijn toen ruim 1500 slachtoffers gevallen. Het koraal (felgroen, blauw, paars, roze-rood, wit, bruin en grijs), wat als één van de mooiste ter wereld staat beschreven, is hierbij ook helemaal verwoest. Inmiddels is de stad en ook de onderwaterwereld weer hersteld, maar ook hier zien we weer allerlei vluchtroutes voor een eventuele nieuwe tsunami. Af en toe maakt je dat wel even heel bewust van hoe kwetsbaar je dan eigenlijk bent. Een aantal mensen vertellen ons die dagen over die gebeurtenis, omdat het voor velen de meest traumatische ervaring is die zij hebben meegemaakt. Zo ook de eigenaar van ons guesthouse in Moni. Toen hij terug kwam van zijn school in Timor (bijna een dag varen) bleek het hele dorp verwoest en was daar niemand meer te vinden. Op het moment dat hij keihard begon te huilen, kwam er toevallig net iemand aanlopen. Het hele dorp was namelijk op een plek samen gekomen hoger in de bergen. Op het moment van de hereniging was hij van de meest ongelukkige jongen van de wereld veranderd in de meest gelukkige!Zelfs vorig jaar februari schijnt er nog een hele heftige moessonstorm gewoed te hebben hier. Dat kunnen we ons nu echt niet voorstellen, aangezien wij de laatste 1,5 week volle bak zon hebben met een gemiddelde temperatuur van 35 graden.

Hoe meer je naar het oosten reist in Flores, hoe meer armoede er heerst onder de bevolking. Bij aankomst toasten we met een cocktail en laten we het ons smaken. In de avond komen we erachter dat het warme water in de douche er na een paar minuten mee ophoudt. Dat verwacht je toch niet van zo’n luxe resort. We proberen er niet al te veel heisa van te maken en in verhuizen hebben we geen zin meer.

8-2 Zon, zee en strand

De titel van de dag zegt bijna al genoeg. We hebben besloten om de laatste paar dagen niet veel meer te ondernemen. Lekker luieren, lezen, zwemmen, snorkelen en een cocktailtje drinken. De reis overdenken en vooral genieten van het ontzettende lekkere weer.

9-2 Zon, zee en strand

In de morgen zijn we nog even naar een markt geweest om wat kleinigheden voor onze families te kopen. Vanwege het warme water gebrek hebben we een massage cadeau gekregen, die we na de markt verzilverd hebben. In de middag is het wederom chillen op je billen. Als wij gaan afrekenen na het laatste avondmaal blijkt dat we geen enkele cocktail van de afgelopen dagen hoeven af te rekenen. De vriendelijke barkeeper, die dagelijks onze cocktails op ons bijna privéstrand komt serveren, blijkt nog vriendelijker dan verwacht. Hester dacht dat dit misschien nog een compensatie voor het ontbreken van warme water was. In ieder geval helemaal prima!

10-2 Aan alles komt een einde

Vandaag is het dan zo ver, na 6 weken Indonesië is het weer tijd om naar huis te gaan. Met gemengde gevoelens pakken we voor de laatste keer onze backpacks weer in. Ik zal het nog gaan missen, ben er nu net goed in geworden! Na het laatste nachtje, het laatste ontbijt, de laatste keer snorkelen, de laatste zonnestralen, de laatste duik in een zee van 25 graden en het laatste afscheid (wat ik niet zal gaan missen), gaan we met de door het hotel aangeboden taxi naar Maumere airport. Dit vliegveld hadden we nog niet gehad, terwijl we er inmiddels toch al 8 vluchten op hebben zitten. Van Maumere-Flores vliegen we in 26 uur terug naar Denpasar-Bali, dan naar Jakarta-Java en via Singapore naar Schiphol. Als alles mee zit landen we daar om 7.30 uur plaatselijke tijd.

Indonesië heeft het allemaal! Wat zal het volgende winter worden? Eiland hoppen op de Molukken of de Filipijnen? Nieuw Zeeland, Borneo en Kalimantan (Indonesisch Borneo), Afrika of Zuid-Amerika? Of toch dat hostel op Koka Beach beginnen? De tijd zal het leren, tot de volgende reis!

Schildpadden en draken

21-1 Op weg naar Tetebatu
Na 4 nachten in het zuiden van Lombok is het tijd om door te trekken naar het midden/oosten van Lombok. Hester heeft vanmorgen nog yoga gedaan met uitzicht op de zee vanaf het dakterras, zodat ik vanuit een hangmat een boek kan uitlezen.
Rond het middaguur worden we opgehaald door Jamal, die ons 2,5 uur verder afzet in het door rijstvelden omgeven Tetebatu. Wat mij doet denken aan de tovenaar van Tatabanya, oftewel de beste spits van Feyenoord aller tijden; Jozef Kiprich. Dat belooft dus veel goeds! We worden warm welkom geheten, door het hele gezin met baby's en al, in guesthouse Pondok Indah. Zelfs de hond Bonnie geeft Hester nog een welkomstbijt in haar voet, waardoor zij nog een beetje aan elkaar moeten wennen. Maar later worden ook zij dikke vrienden. De tuin is prachtig en onze bungalow biedt uitzicht op de rijstvelden en de majestueuze vulkaan Rinjani. Deze vulkaan is bijna 4000 meter hoog en is de op één na hoogste vulkaan van Indonesië. Van te voren hadden we het plan om deze vulkaan misschien te gaan beklimmen. Maar het werd ons al snel duidelijk dat het regenseizoen hier een stokje voor zou steken. Het is niet mogelijk om deze te beklimmen t/m 31 maart, aangezien het te gevaarlijk is.
Maar goed dat neemt niet weg dat we (wederom vanuit een hangmat) het geluk hebben om hier vanaf de voet uren naar kunnen kijken. Het bijkomende voordeel is dat hier nauwelijks toeristen rondlopen en we door de lokale bevolking met een lach worden begroet. In de avond eten we ons favoriete gerecht in Lombok; Urap Urap (gemixte, verse, kort gekookte groenten en kruiden van het land, met daaroverheen geraspte gebakken kokos en uiteraard witte rijst). De hoeveelheid eten op je bord is hier vaak te veel. Toch zijn Indonesiërs gemiddeld 20 a 50 cm kleiner dan ons. En meestal kost eten in een warung/restaurant nog geen 50.000 Rupiah, wat nog geen €3 is. Toen we ons bedje wilden opzoeken rond 21 uur kwamen we Jonny tegen. Een lokale jongen van begin 20 nodigde ons uit om met hem en zijn vrienden mee te komen om een kampvuurtje te maken. Hier zeiden we uiteraard geen nee tegen. Echter ging het vuur maken moeilijker dan gedacht, omdat het hout dat we gebruikten nogal nat was. Toen het vuur na een half uurtje mooi brandde kwamen er 3 geslachte kippen te voorschijn. De kippen werden aan het spit geregen en op een kleine afstand van het vuur geplaatst, zo ook de ingewanden. Het zag er heel smakelijk uit. De gitaren kwamen te voorschijn met daarbij nog een paar mooie stemmen en voor ons was het kijken en genieten. Na bijna 1,5 uur waren de kippen gaar en konden we deze op peuzelen. De stukken kip waren gloeiend heet, waardoor wij er met moeite een stukje vanaf kregen. Voor de anderen lijkt dit een dagelijks ritueel en de jongens zijn al lekker smakkend aan het smullen. Het moet gezegd worden dat de kip enigszins wat taai is, maar dat neemt niet weg dat het een bijzondere avond was.

22-1 Tetebatu
Vanmorgen werden we weer eens om half 5 gewekt door een aantal van de vele moskeeën. De nachten hier zijn net een muziekspektakel; een groots concert van meerdere imams (27 moskeeën binnen een straal van een paar km), tezamen met het krekels- en het paddenkoor, verwenden ons keer op keer op oorverdovende muzikale repertoires. En dat zelfs meerdere malen per nacht! Doe mij maar liever José Gonzales, Bear's Den of Ben Howard.
Hester slaapt er vaak dwars doorheen. Vandaar het vroege opstaan en het vroege slapen gaan ;-) In dit gebied van Lombok is maar liefst 99% van de bevolking moslim. Maar ze zijn niet al te streng en drinken regelmatig, roken allemaal en hoeven ook niet verplicht een hoofddoek te dragen. Zolang je maar respect hebt voor elkaar, zorgt voor je familie en goed bent voor de ander. Ik zie het eigenlijk wel zitten om 5 keer per dag (de tijdstippen zijn vrij te kiezen) te moeten bidden. Je zou het ook kunnen zien als 5 keer per dag even mediteren of ademen, stil staan in het nu. Gecombineerd met wat beweging (lijkend op yogavormen) is dit voor iedereen gezond! Aldus yogajuf Hester.
Tuinman, kok en gids Ross neemt ons vandaag, op zijn blote voeten, mee op avontuur. We starten met een tocht dwars door de rijstvelden naar het Gunung Rinjani national park. De rijstvelden zijn alle kleuren groen door de verschillende groeistadia. Er is veel regen gevallen in dit seizoen dus vele velden staan onder water. Hierdoor zijn er ook visvijvers vol karpers, goudvissen en tiliapia voor de visteelt. Het land is vruchtbaar hier aan de voet van de vulkaan dus staat vol met allerlei groenten en vooral veel chilipepers. De mensen hier zullen niet snel omkomen van de honger.
Middenin de velden zijn ze met zo'n 25 man en vrouw van alle leeftijden aan het rooien. Het is een mooi tafereel; eerst worden de rijstpalmen gesneden en in bossen gebonden. Daarna verzamelen de vrouwen de rijstbossen en slaan de mannen deze vervolgens keihard te pletter op een houten balk, zodat de korrels op een plastic mat vallen. Dit kan uiteraard alleen bij droog weer en is een langdurig proces, dus wordt goed getimed en samenwerking tussen de families onderling is noodzakelijk. Als we terug komen van onze tocht, zijn ze nog steeds bezig in de hitte.
Na de rijstvelden komen we door wat dorpjes (waar iedereen ons wederom vriendelijk begroet), bij 2 mooie watervallen. Het is inmiddels tropisch warm dus wij kunnen lekker zwemmen onder de waterval. Ross blijft op gepaste afstand en gunt ons onze privacy. De natuur nodigt uit tot serene rust, toch is het dan wel heel raar als je vanuit alle hoeken en gaten verschillende imams hoort prediken.
Op de terugweg gaan we via monkey forest, waar we nog wat zwarte apen hoog in de bomen spotten (stelt weinig meer voor als je de orang oetans gewend bent), en door de rijstvelden weer naar ons vertrouwde hutje.
Tijdens het avondeten barst de regen weer los. Zodra het even droog is zetten wij het op een sprintje, om net voor de onweer en bliksem thuis te komen. Vanuit ons bed hebben we dit mooie tafereel tussen de bergen nog een tijdje liggen aanschouwen.

23-1 Tetebatu
Vandaag hadden we geen missie en zijn we op de bonnefooi met een scooter ergens heen gereden. Zo zijn we in dorpjes als Pringesilla en Loyok geweest. Daar deden we onder andere een uur over het fruit kopen. Ook omdat de ananas van maar liefst 12,5 cent nog eens voor ons werd gesneden. Daarbij had oma een geweldig hoofd waar we graag een uur tijd voor vrij wilden maken. Dit is tot zo ver het gebied waarbij wij het meest worden toegeroepen met woorden als 'bule', wat toerist of blanke betekent. Uiteraard zwaaien wij dan vrolijk terug en vragen wij ook nog wel eens in ons beste Indonesisch hoe het met ze gaat, waarbij de meeste kinderen en mensen in de lach schieten.

24-1 Op naar de Gili's
Deze ochtend werden we weer eens getrakteerd op een pannenkoek, wat hier meestal het ontbijt is voor ons. Dit smaakt vaak wat beter dan de rijst die de mensen hier 3 keer op een dag eten. De pannenkoek was deze keer echter rijkelijk belegd met papaya, banaan en ananas. Na het ontbijt zou ik achterop de scooter bij Ross nog even gaan pinnen in het naast gelegen dorp wat ongeveer een kwartier verderop lag. Helaas werkte daar mijn bankpas niet en was ik vergeten m'n Mastercard mee te nemen. Vandaar dat we nog eens een dorp verder moesten rijden, waarbij het gelukkig wel lukte. Daarna stond Ross erop om langs te gaan bij zijn huis. Hier woont hij pas een paar dagen in zijn zelf gebouwde huis. Ook wilde hij mij voorstellen aan zijn vrouw, pasgeboren kind en de rest van zijn familie. Het is hier heel gewoon dat er 3 generaties bij elkaar in één huis wonen. Koffie gemaakt met kokosnoot en rijst mocht hier niet geweigerd worden. Eigenlijk paste dit niet helemaal in de tijdsplanning, omdat de taxichauffeur ons om 11 uur een lift zou geven naar Gili Meno en het toen al bijna 11 uur was. Onder m'n kop koffie werd ik eens goed bestudeerd door oma, tante's en de kinderen, zo'n rare kerel hadden ze nog niet eerder in hun straatje gezien. Na 1 kop koffie stelde Ross gelukkig voor om weer terug te rijden.

Hesters dagboek van deze ochtend;
Om 11:00 uur komt onze pro-actieve privéchaufeur Jamal ons weer ophalen. Hij heeft Jel inmiddels 2 dagen lang gestalkt met berichtjes, wat onze plannen zijn en of hij nog iets kan betekenen voor ons. Er zijn er meerderen, dat is zo lastig. Maar deze heeft het geld het hardst nodig, besloten wij. Gisteren lukte het niet om te pinnen, dus gaat Jel met Ross na ons heerlijke ontbijtje nog even pinnen. Dat even werd wat langer dan even... en nog iets langer dan even. Na 1,5 uur nog steeds geen enkel teken van Jel of Ross. Toen onze taxivriend Jamal stipt om 11:00 uur kwam aanlopen op het pad en ik alvast maar onze backpacks zo goed als ingepakt had, begon ik me toch wel lichtelijk zorgen te maken. Jel is wel eens wat later, maar niet als hij een vliegtuig, boot of taxi moet halen. De pinautomaat is 7 km verderop, dus binnen een half uur zouden ze wel terug moeten zijn. Anderhalf uur is dan wel een beetje lang. De hele familie begon zich nu ook echt wel zorgen te maken en probeerde Ross al een uur te bellen. Ook vriend Jamal bleef doorgaan met het stalken van Jel, zelfs terwijl ik zei dat zijn telefoon gewoon boven in ons hutje lag. Toch hielp hij mee met de zoektocht naar het verdwenen tweetal. Om 11.20 uur kwam Ross hoofdschuddend het pad oplopen met daarachter Jel in zijn kielzog; 'Liefje daar ben ik weer'! Even bijna 2 uur pinnen ;)

Om 14.00 uur moesten we de boot halen vanaf Bengsal naar Gili Meno. De autorit is zo'n 2 a 2,5 uur via de hoofdstad Mataran, dus dat werd nog spannend. Om 13.55 u werden we ergens bij een warung (eettentje) gedwongen te stoppen, terwijl er nog geen zee, laat staan een boot in zicht was. Onze tassen werden voordat we het doorhadden de taxi uitgehaald en ik moest ergens binnen boottickets gaan kopen. De verkoper nam uitgebreid de tijd voor de administratie en inmiddels was het 14.00 uur. Toen ik terugliep, was onze driver de taxi uitgezet en lagen onze backpacks er weer in!? Behoorlijk vaag allemaal, maar we hadden nog precies 1 minuut volgens de vreemdeling die de taxi nu bestuurde. Na een zandweg van een paar minuten was daar de haven van Bangsal en daar zagen we alle boten liggen. De vreemdeling verwees ons door naar een ander van zijn soort en zo werden we op het strand afgeleverd. Wederom weer eens net op tijd voor een vertrekkende boot.
Maar voordat wij erop mochten klauteren, werden er eerst nog wat spullen geladen. Zakken vol rijst, tonnen tomaten, manden bananen, zakken vol groenten en 20 keer zoveel zakken chilipepers, stapels eiertreetjes, enorme buizen, megaplanten en bomen zorgden ervoor dat de boot eigenlijk al vol was, maar wij mochten samen met nog 25 man daaromheen plaatsnemen. Uiteindelijk vertrokken we rond half 3 en na een half uurtje varen, stonden paard en wagen ons al op te wachten. Op dit eiland geen toeterende auto's en scooters, maar net als vroeger; te paard of te voet.
Wij gingen lekker een stukje lopen omdat ons Blue coral sunrise hutje (de naam spreekt voor zich) maar 1,5 km. lopen was. En ook, omdat ik, lees Hester, niet zo'n fan ben van paarden. Maar achteraf was dat met een backpack en 2 tassen nog best wel ver en vooral lekker warm! Vergeet niet, het is hier altijd zo rond de 30 graden, maar de zon scheen ook nog eens (helaas 1 van de weinige keren op Meno). Dit maakt de zee extra mooi azuurblauw, maar onze tocht ook best wel behoorlijk heet. Terug een paard dus..:(
Gili Meno is een extreem schoon eiland, zonder plastic of troep, zoals helaas wel het geval is op vele andere plekken. We liepen al kwijlend langs super mooie hutjes aan zee, echt honeymoon eiland waardig, toen later bleek dat dit Blue Coral was. Wij werden echter in een hutje 3 rijen verder geplaatst. Maar Jel was niet geheel tevreden, dit was niet de 10 die hij voor ogen had. Dus na wat heen en weer gehandel, kregen wij uiteindelijk het prachtige hutje (de 10!!) aan zee. De rest van de middag heerlijk gechilled, gelezen en de eerste cocktails gedronken! Wat een leven hier.

25-1 Gili Meno
Na een heerlijke pannenkoek met fruit en kokos dit keer, rent Jel even het eiland rond en ga ik aan de yoga met uitzicht op zee. Al deze activiteit was niet perse nodig bleek achteraf want het snorkelen later, was al heftig genoeg. Vanaf ons huisje loop je na zo'n 10 meter zo de zee in : ) en zwemmen de schildpadden rond in turtle seagarden. Mijn droom; de zeeschildpad ontmoeten, gaat misschien wel in vervulling! Dus vol goede moed, na eerst alle rotsen met zeeegels te hebben getrotseerd, kon je 100 meter verder gaan snorkelen. Goed horizontaal blijven drijven, is dan wel een vereiste. Iets wat Jel, alias klungelsmurf volgens zichzelf, nogal lastig vindt. Knieën kapot aan de rotsen, liters zout water gedronken omdat de snorkel niet lekker zat en een masker wat niet lekker zit; Jel houdt bijna net zoveel van snorkelen als ik ; ) Maar hij gaat wel met mij mee (de schat) en draagt bovendien mijn roze teva's aan zijn voeten! Zo sexy! Het snorkelen zelf was lang zo mooi niet als in Pulau Weh, tja we zijn inmiddels verwend hè. Helaas ook geen schildpad gevonden..
's Middags wandeling rond het eiland, wat in 2 uur makkelijk kan. Echter halverwege begon het echt onwijs te plenzen, dus gingen we lekker verder in zwembroek en bikini door de warme tropische regen. Toen uiteindelijk straten meer plassen waren, hebben we toch maar een tussenstop gemaakt. Dus daar zitten we dan op een prachtig tropisch eiland met witte stranden en aquablauw helder water ipv aan de cocktails, aan de warme chocomel en yathzee! @Emiel; Jel wil liever spelletjes doen met jou, hij heeft de laatste 7x verloren : )
Het heeft echt wel wat moois die tropische buien, waarbij er in 1 keer zoveel water valt, dat ook echt alles direct blank staat. Onze terugweg was vooral door het water, langs spelende, doorweekte kinderen die met zelfgemaakte bootjes, van een plankje met een touwtje, door de plassen vaarden. Hoe simpel kan het zijn?

26-1 Gili Meno - Op zoek naar de schildpad
Vandaag gaan we op snorkeltrip met een privé boot (er zijn nou eenmaal weinig andere toeristen dit seizoen), rondom het eiland meerdere goede spots liggen en deze echt te ver om te zwemmen zijn. We beginnen in een soort miniroze kwallen stroming, maar wel met gelijk een schildpad op de zeebodem! Na toch wel 1 minuut te mogen genieten van dit mooie wonder en mijn droom die uitkomt, zwemt de gids alweer door, op jacht naar de volgende. Wij dachten dat hij er nog eentje zag, maar hij zwemt vooral heel snel en ver en dwars door de roze kwallen. Om de minuut worden we gestoken door zo'n klein, mooie roze, doch irritant pijnlijk rot kwalletje. Dit voelt als een soort dubbele bijensteek, maar alles voor de zeeschildpad! Uiteindelijk gaat Jel na minstens een half uur zwemmen terug de boot in, het is ook meer mijn droom natuurlijk. En zelfs ik ben een kwartier daarna ook wel echt klaar met die elektrische kwallenschokken. We vragen de gids waarom hij nou zo snel wegzwom bij de schildpad terwijl wij zo'n mooie, indrukwekkende, grote zeedier nog nooit gezien hadden en daar nog zo een half uur hadden kunnen blijven kijken. Waarop hij verbaasd reageerde en zei dat alle toeristen altijd nog meer schildpadden wilden zien. Hij zag de teleurstelling op ons gezicht blijkbaar, maar hij beloofde meer en vooral met minder kwallen!
Via een scheepswrak en een standbeeld in zee met super mooie tropische vissen gingen we speciaal na de lunch nog naar een extra spot. Misschien wel omdat de gids en kapitein nasi goreng met ei van ons kregen. Twee dankbare, blije gezichten keken ons extreem gelukkig aan.
De laatste spot was een stuk verder op zee, dus is het water ook gelijk een stuk dieper en enger, maar ik ga mee met de gids en geloof het of niet maar na 5 minuten heeft hij een schildpad gespot! Diep op de bodem, maar meer dan een meter groot. Hij zwemt een stukje vooruit en op het moment dat Jel het water inspringt, komt de schildpad omhoog (hij springt er nog net niet op).
Het prachtige dier zwemt best snel, maar ik zwem een paar minuten met hem mee en kan hem echt op minder dan een meter afstand bewonderen. Hij kijkt af en toe opzij of ik er nog wel ben, lacht naar me, geeft me een knipoog, ademt dan 2 keer verse lucht in en verdwijnt daarna binnen een paar seconden diep naar de onzichtbare bodem van de oceaan. Weg is hij. Mijn droom is uitgekomen! Jel heeft dit alles van een meter afstand achter ons mogen aanschouwen, hij was vooral heel blij voor mij :)
Als we weer aan wal proberen te komen nemen een paar golven ons te grazen, waardoor de boot bijna omslaat en onze boot vol met water ligt. Gelukkig is Jelle zijn rechter slipper het enige slachtoffer en drijft deze nu vast wanhopig in de zee op zoek naar zijn maatje. Op het einde van de middag toasten we met een Gin Tonic en een Mojito op de schildpadden en op het honeymoon eiland. Stiekem hadden we hier nog iets meer van verwacht, maar dat kwam ook doordat de zon zich maar erg weinig heeft laten zien.

27-1 Van Gili Meno naar Labuanbajo (Flores)
Om half 8 nemen we paard en wagen om ons naar de boot te brengen, die ons om 8 uur terugbrengt naar het vaste land. Van te voren overwogen we om de 3 a 4 daagse boottrip te nemen van Lombok naar Flores. Het regenseizoen laat dit echter niet toe. Vandaar dat we ons naar het vliegveld laten rijden. Bij de pier staat onze privé chauffeur ons al weer trouw op te wachten. Wij vliegen via Bali door naar Labuanbajo in Flores. 2 vluchten van in totaal iets meer dan 1,5 uur. Na een uur vertraging komen we rond half 5 aan. Het eiland Flores is als het goed is onze laatste bestemming van deze vakantie. Labuanbajo staat vooral bekend om de Komodo Dragon. We plannen om deze eilandjes over een paar dagen te bezoeken. 's Avonds bezoeken we nog een restaurant met live muziek.

28-1 Labuanbajo
We kwamen er gisteravond achter dat ons hotel toch wel iets buiten het centrum ligt.
Vandaar dat Jut en Jul voor de honderdste keer de spullen maar weer eens inpakken. Hier zijn we ondertussen vrij bedreven in en we kunnen er zelfs nog van genieten ook. We verhuizen naar guesthouse Gardena, wat ten eerste goedkoper is en ten tweede een mooi uitzicht biedt op de zee en de haven.
In de middag rijden we op de scooter naar een strandje waar we een aantal uur vertoeven. Daarna rijden we naar de Love Hills, vanwaar we een mooi uitzicht hebben op het landschap en de zee. In Labuanbajo heb je tientallen touroperators, die allerlei tours aanbieden naar de omringende eilanden. Vanavond krijgen we te horen dat de boten vanwege de weersomstandigheden/ruige zee de komende dagen niet varen naar Komodo Island. Komodo Island ligt zo'n 4 uur varen van Labuanbajo. Voor ons is dit echter geen probleem, omdat de Komodovaraan ook op het eiland Rinca te zien zal zijn. Hester trakteert zichzelf vanavond op een massage en ik neem alvast plaats bij één van de vele vistentjes aan het water. Omdat het daarna keihard begint te regenen en Hester geen poncho mee heeft, eten we vanavond helaas gescheiden van elkaar. Ik trakteer mezelf op een bintang en een red snapper. Als het uitgedruppeld is sprint ik als een malle naar het restaurant waar Hester zit. Zij ligt heerlijk ontspannen op de bank bij Pirates aan de squidrings met een verse fruit smoothie.

29-1 Labuanbajo
Vandaag gaan we eerst langs enkele touroperators om de Komodovaraan te gaan spotten morgen. Dit zijn er zo'n 30 op 150 meter, dus we dingen hier en daar wat af en kiezen uiteindelijk voor de leukste en betrouwbaarste kop. Zo gaat dat toch hier, maar er is hier amper criminaliteit of oplichting, dus eigenlijk maakt het niet uit waar je boekt. Later blijkt ook dat uiteindelijk iedereen toch op dezelfde boot terecht komt.
Omdat deze stad zelf niet heel veel te bieden heeft, gaan we de omgeving verkennen. Uiteraard per scooter, want daar houden we van. Jel rijdt graag en ik zit lekker achterop een beetje rond te kijken : )
Vlakbij is er een grot te vinden, Lime stone cave ook wel spiegelrots genoemd. Voor ons is nog steeds de vraag waarom, maar dat ter zijde. De grot was op zich best heel mooi, maar vooral heel heet. Door de enorme luchtvochtigheid was het net een sauna, dus zweten als een otter. Nog meer kilo's kwijt, je herkent ons straks niet meer terug. Na deze zweetgrot hadden we 2 opties volgens de vriendelijke opzichter. We konden naar een traditioneel dorpje of naar een grot in zee, waarin je kon drijven. Die dorpjes daar komen we genoeg, maar die zeegrot klonk wel heel mooi. Ook de plaatjes zagen er prachtig uit. De weg ernaar toe is makkelijk te vinden met maps me (heel handige offline app), helaas staat er alleen niet bij wat voor een weg dit is. Het begon voorspoedig, tot we over rotsblokken, losvliegende stenen een behoorlijke bumpy ride maakten. Dit was in verhouding met wat er nog zou komen nog te doen, met af en toe lopen tussendoor. De weg werd echter steeds natter, totdat de weg verdween en er praktisch alleen maar water, bagger en diepe plassen overbleven... Maar ja, we waren al zo ver gekomen, dus ik was enthousiast en wilde wel verder gaan. Ik zag nog wel een route langs de plassen en bagger en misschien zou de weg wel weer beter worden. Hier bleek Jel duidelijk een andere mening te hebben. Hij was wat minder enthousiast, lees had de hoop allang opgegeven. Hijzelf noemde het wijsheid en mij zeer onverstandig en eigenwijs. Uiteindelijk luister ik natuurlijk altijd naar mijn wijze vriendje, dus keerden we om en mocht ik terugrijden door de bagger. Jel die liep liever ; )
Na een paar keer bijna gevallen te zijn door de rotsen of modder vonden we het allebei niet zo heel leuk meer. We kwamen toen toevallig een man tegen die ons verder hielp toen we allebei niet meer durfden, omdat we bijna vast waren komen te zitten. Bovendien leek het deze dag wel 40 graden en dan is het in de volle zon, meter voor meter ploeteren, niet echt meer lekker een ontspannen scootertochtje.
De man gaf gewoon flink gas en vloog zo ongeveer door de baggerplassen. Dat was dus de truc, wij waren waarschijnlijk net iets te voorzichtig, noem het verstandig maar niet echt handig en ervaren met een scooter. De man leek er eerst nog vandoor te gaan, zo ver dat hij de berg op reed, maar daarvoor hoef je in dit land echt niet bang te zijn. Ook al schiet deze Westerse gedachte dan toch even door je heen. We zeiden juist tegen elkaar dat we ons nog nooit zo veilig hebben gevoeld in een land. Stelen doen ze gewoonweg niet hier. Het zou aan het geloof kunnen liggen maar ook aan het respect voor toeristen. Ze vinden dit prachtig, juist omdat er nog relatief weinig zijn hier. Hij zette ons af waar de weg gelukkig weer wat beter werd.
Toen pas konden we weer genieten van het prachtige uitzicht. We zaten vrij hoog in de bergen met om ons heen overal zee. Misschien was dat het punt waarop het misging. Iets te veel genoten van het uitzicht, had ik opeens het gevoel dat we een weg hadden die we op de heenweg niet hadden.
Maar 2 wegwerkers zeiden ons dat we gelukkig de goede kant op gingen. Dus wij waren blij dat we weer bijna terug waren zodat we lekker aan een drankje in de zon konden bij de haven. Helaas was die blijdschap van korte duur. We stonden vast en kwamen met geen mogelijkheid meer uit de baggerpool. Jel is toen hulp gaan halen en een kwartier later kwam hij samen met de 2 wegwerkers de berg op lopen.
Na veel gepoer en gepiel om alle modder en prut van onze scooter/band te halen lukte het ze om los te komen. Omdat we zo blij waren en er helemaal klaar mee waren gaven we ze €6 de man. De reacties van de mannen sprak boekdelen, dit is waarschijnlijk klauwen met geld voor ze. Als het maar niet op is gegaan aan sigaretten. Hoe Jel het voor elkaar kreeg, weet ik ook niet, maar 5 minuten later zitten we gewoon wederom vast. Gelukkig waren de wegwerkers nog steeds in de buurt en hielpen ze ons wederom uit de brand. Jel is weer een paar slippers armer, aangezien die ergens in het drijfzand drijven nu. Onder de modder kwamen we weer terug in Labuanbajo en werden we bij de eerste de beste shop met een tuinslang schoon gespoten. Na dit hachelijke avontuur hebben we een drankje gedaan bij de Paradise bar met een ideaal uitzicht over de baai. Hierna hebben we alle stress van ons af laten masseren. Dit deden we bij een salon met mensen met een beperking. We werden beiden gemasseerd, door een slechtziende en een doofstomme, maar masseren konden ze als de beste. Een heel mooi initiatief van de man die dit centrum heeft opgezet, zodat de gehandicapten van hier toch nog een kans krijgen in de maatschappij. Anders zijn zij hier zeker van een geïsoleerd ongeschoold werkeloos leven op het land.

30-1 Op naar de Komodo Dragon
Vandaag gaat de wekker al om kwart voor 5. Dat is toch gemiddeld 3,5 uur vroeger dan dat hij op een standaard werkdag gaat. Als we om half 6 op de boot zitten (na eerst de schipper op de boot gewekt te hebben), met een stel uit Jakarta verwachten we met zijn 4en op pad te gaan. De boot komt maar langzaam los vanaf het laagstaande water. Na een half uur trekken en duwen komt er eindelijk schot in. Vervolgens pikken we blijkbaar nog 8 anderen op bij een steiger en varen we om half 7 uit de haven. In ons gezelschap bevindt zich ook Jan uit Zwitserland, wat de lookalike van Thomas Kemper is. Als ik moet kiezen uit de oma van eerder in het verhaal of deze lookalike, zou ik geen keuze kunnen en willen maken.
Na 3 uur varen en talloze onbewoonde eilandjes verder komen we aan bij het glorieuze eiland Padar. Op dit eiland mogen we een uur verblijven en op weg naar de top zien we het ene na het andere panorama plaatje. Het eiland is omringt met verschillende baaitjes, helderblauw water en mooie strandjes. Voor ons beiden is dit één van de mooiste eilanden, die we ooit gezien hebben. Mij doet het heel erg denken aan een strand waar ik met Slakkie ben geweest in de Filipijnen. Het enige wat er eigenlijk aan ontbreekt zijn Nick en Simon uit de speakers en een ijskoud pilsje, maar goed het is nog vroeg in de morgen. Na een aantal prachtig foto's gemaakt te hebben en genoten te hebben van de uitzichten moeten we helaas terug naar de boot. In plaats van 1 uur en 15 minuten hadden we hier met alle liefde de hele dag willen blijven. Maar goed de Komodo varaan is de volgende stap. De zon laat zich vandaag van zijn allerbeste kant zien en zo zitten wij uren op het voordek te genieten van het heerlijke weer, de immense zee en de eilanden die we passeren. Rond het middaguur wordt onze lunch geserveerd op de boot en vlak daarna betreden we het eiland Rinca. Op dit eiland schijnen rond de 1300 Komodo's te leven. Na 5 minuten zagen wij bij de entree al de eerste Komodo opduiken. Vervolgens gaan wij met onze groep en een ranger op pad. Bij het restaurantje zien wij al een Komodo of 10 liggen. Het zijn beesten van ruim 2 meter en bijna 100 kilo. Maar echt reden om bang van ze te zijn, lijkt er niet. Ze lijken voornamelijk versuft en zetten geen stap te veel. Vandaar dat we op nog geen 5 meter naar ze kunnen kijken en foto's kunnen maken. Een Komodo kan ongeveer 20 km per uur rennen, dat is dus zeg maar een beetje hetzelfde tempo als Hanrol Kiplagat, Haile Gebreselassie en Jelle Berkhout.
Een enkele beet is vaak genoeg om een einde te maken aan iemand zijn leven. Zo eet de Komodo ook andere dieren, zoals buffalo's. Als hij de dieren (of mens) eenmaal een beet heeft toegediend is het vooral zaak van in de buurt blijven en afwachten totdat het dier ineenstort. Hier gaat vaak een dag of 2 overheen en vervolgens is het schransen geblazen. Het bizarre is zelfs dat Komodo's elkaar ook opeten. Bij alle dieren/mensen is het zo dat de moeders de kinderen beschermen. Bij de Komodo's herkennen de moeders niet eens de eigen kinderen. Kleintjes zijn dus continu in gevaar en moeten ten alle tijden alert zijn. Na een kwartier gaan we het national park in. Hier lopen we een uur rond, waarbij we slechts nog 1 Komodo tegen komen.
Er zijn heel veel mensen die alleen voor de Komodo naar Flores reizen, zo ook 2 toeristen uit Taiwan van Peperstraten. Zij wilden in 2 dagen naar zowel Rinca als Komodo, maar zoals eerder gezegd gingen er geen boten naar Komodo Island. Deze 2 dames hebben vanwege de taalbarriere per ongeluk 2 dagen achter elkaar exact dezelfde trip. Aangezien wij allebei niet zo goed tegen onrecht kunnen, springen wij voor ze in de bres. Zo krijgen ze 50% korting op het national park en eenmaal terug in Labuanbajo regelen we 25% korting voor de dagtrip. Uiteraard willen de dames met deze helden op de foto. Ik weet zeker dat we inmiddels een mooi plekje hebben gekregen in het fotoboek.
Na Rinca gingen we door naar het mooie eilandje Kelur, waar we wat gesnorkeld hebben. En na een uurtje op het strand gelegen te hebben werd het tijd om terug te gaan naar het vaste land. Exact 12 uur na vertrek kwamen we terug in Labuanbajo. In de avond waren we op de vismarkt op zoek naar een tafeltje, toen we toevallig het stelletje van de boot uit Jakarta zagen zitten. Vervolgens hebben we samen een paar uur met ze getafeld. Op het einde van de rit stonden zij er op om voor ons te betalen. Ondanks dat wij de Orang Oetan een stuk mooier vonden om te bewonderen dan de Komodo is het een geweldige dag geweest.
Op naar de laatste anderhalve week alweer. Time flies...











Sumatra deel 2 en Lombok

Bukit Lawang - Kupu Kupu garden
De enorme zwarte spin keek Jelle recht in zijn ogen aan en daagde hem uit, waarbij hij natuurlijk tot de aanval moest over gaan. De spin kroop echter steeds in elk onmogelijk hoekje, maar zijn tegenstander gaf niet zomaar op. Na herhaaldelijk misslaan in allerlei moeilijke houdingen, kwam ik niet meer bij en moest Jel toegeven dat hij te traag was voor het rentempo van de spin. Hij droop enigszins teleurgesteld af...We gingen met een iets minder relaxt gevoel slapen temidden van alle junglegeluiden, 1 spin meer of minder kan daar ook nog wel bij.

10-1 Dag 1 Bukit Lawang
Wakker worden middenin de jungle, aan de stromende rivier met verder geen andere geluiden om je heen. Naar buiten kijkend hadden we geen idee waar we terecht gekomen waren, omdat het gisteren echt pikkedonker was. Het uitzicht was echt prachtig; metershoge palmbomen, aapjes spelend op de rotsen, een felblauwe rivier en verder vooral veel groen.
Heel rustgevend en relaxed, vandaag zouden we niet te veel gaan doen. Althans dat was het plan. We kwamen erachter dat ons mooie guesthouse wel erg ver van de bewoonde wereld lag. Dus na 2 keer de bijna gehele orang-oetanstreet (4 km smal paadje langs de rivier met rotsen en stenen, berg op en af met zo' n 35 graden) te hebben afgelopen, een hele leuke gids met 30 jaar ervaring en een schitterende groen-zwarte olifantenbroek voor Jel zijn jungletocht te hebben uitgezocht op de lokale mark, besloten we te toch morgen te gaan verhuizen. Keuze genoeg hier, het is verbazingwekkend hoe leeg de tientallen guesthouses zijn en hoe rustig het hier is. Lang leve het low season!
Na een paar potjes yahtzee met 1 van de lokale gidsen van Kupu Kupu garden, barstte de onweer los. In de jungle heeft dat echt iets magisch. Het begint met een paar grote druppels en verandert al heel snel in een enorme plensbui. Keihard natuurgeweld met gedonder in de verte en continu zichtbare flitsen. Het leek Jel wel leuk als de onweer wat dichtbij zou komen. De goden hebben hem gehoord. Na een paar minuten volgde er een enorme oerknal en zaten we rechtop in bed. Welkom in de jungle!!

11-1 Dag 2 Bukit Lawang
Aangezien we ons niet helemaal thuis voelden bij het Australische stel (Jel ervaarde het als een soort sekte daar) besloten we lekker te verhuizen naar 1 van de lege guesthouses in het centrum; Jungle Inn. Lees, een prachtige kamer op de hoek van de rivier met een warme buitendouche, 2 balkonnen, zonder vogelspinnenneefjes, kakkerlakken en soort wespachtigen van gemiddeld 3 cm groot, waar we niet eerst achteraan hoeven te jagen, voor we met een gerust hart kunnen slapen.
Helaas bleek dat er helemaal geen water was. Bovendien was de elektriciteit in het hele dorp uitgevallen door de blikseminslag....Jelles verzoek tja ..
De mensen in het dorp zijn super aardig. Wat opvalt, is er is dat er naast onze Amerikaanse homovrienden, waar Jel inmiddels ook wel genoeg van heeft ;) verder nauwelijks een toerist te bekennen is. Het is volop laagseizoen, normaal in de zomer schijnt het hier helemaal vol te zitten.
Tijdens de zoektocht naar een wondermiddel tegen een allergische reactie van Jel (na een overigens heerlijke massage in Palau Weh) raakten we aan de praat met de eigenaar van de shop. Hij had nog wel een of ander Chinees goedje, wat erg goed zou werken. Hijzelf gebruikte dat ook voor zijn arm. Hij liet een foto zien van hem met Humberto Tan en zijn gezin tijdens een tracking, toen hij hoorde dat wij Nederlanders waren. Een jaar geleden was hij nog een sportieve, atletische gids, die dagelijks jungletrackings deed, vertelde hij vol trots. Daar was nu weinig meer van over. Een magere, oude man met stok en verlamming van zijn linkerkant; dat was hij nu geworden.
Voor mij was duidelijk dat hij een beroerte had gehad. Hij liep wel, met kruk, maar maakte zich het meeste zorgen om zijn arm. Dat begreep ik wel, aangezien zijn hand vol zat met oedeem (vocht), zijn schouder heel slap en zijn arm behoorlijk spastisch en helemaal afunctioneel was. Ik vroeg hem hoe lang het geleden was en of hij nog revalidatie kreeg? Dat had hij een jaar geleden in het ziekenhuis wel gehad, maar nu al heel lang dus niet meer. Hij had daar 3 wonderpillen van 2 miljoen rupiah (€125) per stuk op zodat zijn brein 'beter ' werd (weggegooid geld dus). "Komt het goed denk je?" vroeg hij. Het antwoord heb ik maar een beetje in het midden gelaten. Wetende dat er na een jaar in de arm vaak nog maar weinig hersteld optreed.
Maar het belang van oefenen om vergroeiingen te voorkomen en de enorme hoeveelheid vocht in zijn hand, deden mijn zorghart kloppen. Misschien zou er nog enige functionele winst mogelijk zijn? Mijn zusterpakje heb ik toen direct verruild voor mijn fysio-outfit. Patiënt Iriwadi ging hard aan het oefenen. Ook zijn volledig gesluierde vrouw, kwam naar buiten en sprak hem streng toe wanneer hij niet precies deed wat ik vroeg. Ze knutselde ook een mooie mitella in elkaar van een sarong zodat zijn hand omhoog kon. Alle oefeningen werden met grote zorgvuldigheid herhaald en de broer van I. werd contactpersoon omdat hij wel whatsapp had. Morgen zou hij zijn tweede fysioconsult ooit hebben. Ongelofelijk na zo'n forse hersenbloeding!
Heel erg om te zien dat de nazorg hier zo slecht is. Ik kan dat maar moeilijk aanzien. Herinneringen van Ghana kwamen volop boven. Wat zou je ook hier in dit land veel kunnen betekenen in de zorg.

12-1 Dag 3 Bukit Lawang - Gunung Leuser park- op zoek naar de orang oetan!
Na een paar dagen relatieve rust, gaat de tocht der tochten dan nu echt beginnen!
's Ochtends vroeg op, wordt ons motto. Iets wat makkelijk gaat, omdat het hier toch volledig donker en uitgestorven 19 uur.
Om 7.30 uur zitten we aan het powerontbijt met chocoladehavermout en bananenpannenkoeken. Niet verkeerd lijkt mij.
Privégids Sinar neemt ons mee de jungle in. Enigszins teleurstellend is wel dat we erachter komen dat het hele orang oetan opvangcentrum niet meer bestaat (daar waar dit dorpje eigenlijk om bekend staat). Het schijnt dat de brug of de boot ernaar toe is verwoest. Ook de regering had er iets mee te maken, kortom de reden blijft behoorlijk vaag.
Maar onze gids heeft zoveel jungle-ervaring en naar het schijnt, kan hij met speciale lokroepen, alsnog de orang oetans vinden. We geloven hem op zijn woord, maar ook omdat hij vele positieve recensies heeft. Hij komt aan met een aantal boekjes vol en zegt ook dat er een paar gestolen zijn door jaloerse andere gidsen. In een paar recensies staat ook geschreven dat je vooral niet moet geloven van anderen in het dorp dat hij dood is, dat is ook een veel gebruikte strategie!?!
Dus wij hebben Sinar, de lokroepdwerg van ongeveer 1,50 meter!
We hebben lang getwijfeld om 2 dagen inclusief een kampeernacht te doen. Maar ook al hou ik echt heel van kamperen en wilde Jel dit nog liever dan ik, werd het ons toch wel afgeraden in het regenseizoen. Achteraf heel fijn.
Na een half uurtje klimmen en klauteren in de hete jungle had de gids al snel een Thomas leaf monkey gespot; een mooi exemplaar aap met een gave punkkuif! Naast deze zagen we ook al snel de gibbons, maar deze mooierds vielen in het niets bij moeder en baby orang oetan die eerst hoog in de bomen, maar daarna sierlijk en zo makkelijk slingerend van boom naar boom, lopend over takken, steeds dichterbij kwamen. De baby van 1 jaar oud kwam echt heel dichtbij en was totaal niet bang. Ze deed heel wat prachtige charmante poses voor ons en klom vervolgens weer terug naar haar moeder. Volgens de gids zijn ze niet bang omdat ze weten dat wij mensen (orang) ze geen kwaad doen. Ze zijn semiwild en gewend aan de orang met hun camera's.
Toch was de mannetjesvariant van een jaar of 25 (ze kunnen 50! worden) een heel stuk groter en bedreigender. Heel indrukwekkend om deze dieren van zo dichtbij te kunnen bewonderen. Ook wel echt bijzonder hoeveel ze op mensen lijken, de voeten en handen en verder net zo harig als Jel ;)
Onderweg heerlijk geslingerd aan lianen, slippend over de boomwortels en natte modder en gladde stenen, op en neer dwars door het groene oerwoud. Mijn schoenen mogen dan wel lelijk zijn, maar ze komen goed van pas hier! Wederom huppelde ik als een hinde voor Jelle uit, die op zijn new balance gympen net wat minder grip had. Het was wel lekker dat het een beetje ging regenen en Sinar lunch serveerde in, hoe kan het ook anders, een bananenblad. Na nog 6! van de mooie grote mensapen, zetten we we daling naar de rivier in. Maar eerst nog een toetje; de lekkerste, meest sappige halve ananas die je je kunt voorstellen, besprenkeld met passievrucht! Kortom, hemel in de jungle.
Al snel zijn we terug op aarde omdat Sinar met zijn vrouwtjeslokroep de big male heeft versierd. En BIG is hij! Hij komt recht op ons af, wat echt wel bedreigend is, aangezien dat beest echt groter was dan wij. Don't worry volgens Sinar, ook al staan we oog in oog met dit immens grote wilde dier. Hij is zo sterk als 10 man en weegt zo'n 90 kg. Hij was ongeveer 35 jaar oud, maar brulde als een hitsige puber. Automatisch ga je dan toch wat stappen achteruit. Maar het dier volgde ons echt om 2 meter bij ons vandaan, poserend als een echt fotomodel, eens uitvoerig naar ons te gaan kijken. Wij wilden daar liefst nog uren blijven zitten om naar hem te kijken, maar de gids wilde duidelijk verder omdat het anders te donker zou worden.
Aangekomen bij de rivier dreven we per tubes de rivier af terug naar de bewoonde wereld. Op zijn tijd best een wilde tocht, maar wel heel mooi om de jungle vanaf het water te kunnen zien. Al met al was het echt een onwijs bijzondere dag die we niet snel meer zullen vergeten.

13-1 Vertrek Bukit Lawang en aankomst Danau Toba
Ontbijt bij mijn patiënt, waar we de dag ervoor door waren uitgenodigd. Dolblij was hij toen Jelle hem zijn Nederlands elftal shirt gaf. Inmiddels is hij Humberto vergeten en zijn wij zijn Nederlandse helden! Famous dokter Hester en Jelle (ook wel Gili).
Om 8.30 stipt zijn we met een tourist car (voor ons tweetjes) op weg gegaan naar Parapat bij het Toba meer. De weg naar Medan is vooral veel getoeter, een gestresste chauffeur, veel vieze uitlaatgassen, werkverkeer, scooters en nutteloos inhalen. Kortom erg plezierig ..
In Berastagi (iets over de helft) pikten we een medereiziger op. En deze 74-jaar oude Toyota (zo heette hij echt!) uit Tokio werd een vriend voor het leven (al was het maar voor even).
Een heel inspirerend persoon, die met een minuscuul rugzakje 3 weken, in zijn eentje door Sumatra trekt. Zijn vrouw is meer het type van dure hotels, vandaar dat hij dit helemaal alleen deed. Respect voor die oude heer, die op deze manier al heel veel van de wereld had gezien. Als architect heeft hij zelfs het Saddam Hussein museum ontworpen. Door de bergen, langs veel moestuinen (door de eruptie van Gunung Sinabung in de zomer van 2015), met hele vruchtbare grond. Langs uitkijkpunten met het eiland Samosir als stralende middelpunt op het Toba meer, het grootste meer van Zuidoost Azië. Op die punten werd Jelle ontvangen als een filmster. Toyota daarentegen snapt hier niets van, is zelfs jaloers en begint daarom ook maar enkele foto's van Jelle te schieten. Het valt mij op dat ze eerst Jelle aanspreken en dan pas naar mij durven te komen. Er heerst hier veel respect voor de vrouw, maar Jel is natuurlijk ook wel heel knap ; )
10 minuten voor de ferry van 18.00 vertrekt, komen we aan in Parapat. Na ongeveer een half uur varen, komen we aan in de stromende regen, op ons naar het lijkt, reuze resort inclusief zwembad! Ik had door dat Jelle er nog niet aan toe was om afscheid te nemen van onze surrogaat opa en mijn oude vertrouwde Starlet vriend. Vandaar dat wij Toyota achtervolgden naar de Tabo cottages. Ons duurste verblijf tot zover, 390.000 Rupiah. Dit is net geen €25 (inclusief ontbijt).

14-1 Dag 1 Lake Toba
Vandaag chillen we een dag in/bij het zwembad en het meer na de trekking in de jungle en de reisdag. De tijd lijkt zo snel te gaan, doordat we zo veel zien. Even tijd voor rust en met dit schitterende uitzicht hier lukt dat prima.

15-1 Dag 2 Lake Toba
Vanmorgen hebben we een upgrade gehad naar een luxe kamer, aangezien we aangegeven hebben hier iets langer te blijven. Dit voor dezelfde prijs, daar houden we van. De man achter de receptie stelde dit uit zichzelf voor, afdingen is helemaal niet nodig. Voor het eerst hebben we 5 kg vuile was maar eens naar een laundryservice gebracht. Vandaag vertrok ook een Franse familie (met 3 kinderen), die een jaar aan het reizen zijn. Deze mensen leerden we kennen op de boot naar Toba. Een erg stoere uitdaging, zelfs de jongen van 5 had de jungletrek in Bukit Lawang gedaan.
Toevallig vertrok vandaag ook het homokoppel, die hier toevallige ook verbleef. Klein wereldje dat Indonesië. Of toch ook weer niet, met maar liefst 260 miljoen inwoners.
Op het resort is het behoorlijk rustig, ook omdat Toyota besloot om naar het hotel naast ons te gaan.
Inmiddels verblijven we dus in een soort privéresort. Op een scooter gaan we vandaag het eiland rond. We komen langs Ambarita, waar we nog net op tijd niet voorbij reden. Mooie traditionele batakhuisjes samen met een paar stenen stoelen en een tafel van steen, waar vroeger koppen werden gesneld. Althans dat is het verhaal...
Voor ons was dit hele gebeuren iets te toeristisch allemaal. Bij de souvenirs shops daar, wilden ze echt alleen maar verkopen. Hello sir, hello miss...bla bla bla.
Dit hebben we verder nog nergens gehad, dus we gaan er snel van door. Teramikassi.

Het is veel leuker om tussen de bergen, met daaronder de felgroene rijstvelden, te rijden. Daar waar iedereen je spontaan groet en je trakteert op een mooie lach.
Vanmorgen zijn we even gestopt bij een heel oud vrouwtje die op mais aan het stampen was. Op dit eiland liggen overal mais en pinda's op matten te drogen. Vanuit de bergen, brengen zij het na al het stampwerk, naar de fabriek. Prachtig mooi mensje waar je zo een half uur mee staat te kletsen. Zij, haar man en schoonzus wonen samen in een huis en vonden onze Orang Oetans verhalen en foto's prachtig. Op de terugweg langs het dorpje Tomok gereden, waar het ons te druk was. Op de terugweg hebben we 2 Nederlandse backpackers een lift gegevens op de scooter.

16-1 Dag 3 Lake Toba
Ik heb 's ochtends yoga gedaan en Jelle heeft zijn baantjes getrokken in het zwembad. Vervolgens hebben we afscheid genomen van Toyota. Mochten we in de toekomst naar Japan op vakantie gaan, zijn we in ieder geval van harte uitgenodigd door onze aimabele opa in Tokio.
's Middags een klein rondje door het dorp Tuk Tuk gedaan, dit is de plaats waar alle guesthouses en hotels zitten. Vroeger scheen dit de hotspot te zijn in Zuidoost Azië en scheen het zelfs nog populairder te zijn dan de Thaise eilanden. Deze dagen zien we dit echt niet bepaald terug, gelukkig maar! Na ons rondje hebben we een massage genomen. In de avond zouden we nog een biertje gaan drinken in een drukke pub met Kathy (die we op Pulau Weh ontmoet hadden). Helaas kwam dit er niet meer van, wij spelen nu eenmaal liever een potje rummikub ; )

17-1 Van Sumatra naar Lombok
Er staat vandaag een lange reisdag op het programma en helaas komt er na ruim 2 prachtige weken een einde aan Sumatra, het eiland van goud. 2 Weken Sumatra is eigenlijk veel te kort, ook omdat het eiland bijna 100x zo groot is als onze volgende bestemming. Lombok dat ongeveer net zo groot is als Bali is onze volgende bestemming, daar ben ik (Jel) in 2010 al eens op Gili Trawangan geweest met Koot. Om 7.45 hadden we de boot naar Parapat. Vanaf daar zijn we met een privé chauffeur naar het vliegveld Silangit gebracht, wat precies 2 uur rijden was. De vlucht bracht ons in 2 uur naar Jakarta waar we om 14.30 aankwamen. Om 17.30 hadden we wederom een 2 uur durende vlucht naar Praya in Lombok. Het tijdverschil met Nederland is hier 7 uur i.p.v. 6 uur.
Opdringerige taxichauffeurs probeerden ons meteen te paaien. Het is meteen duidelijk dat het er hier iets anders aan toe gaat, dan in Sumatra. Wij kiezen voor de meest afwachtende chauffeur. In de taxi verteld hij ons dat hij zijn vrouw is kwijt geraakt bij de geboorte van zijn 3e kind, heel sneu.
Dat het hier anders gaat zien we ook bij aankomst in het dorp Kuta, waar we bijna meteen meer toeristen tegenkomen dan in heel Sumatra bij elkaar. Van het dorp worden we niet bepaald enthousiast. En ook om ons bamboo hutje en een buitendouche stonden we niet echt te springen. Het klinkt mooier dan dat het eruit zag. Na een snelle hap die we deelden met 2 tienjarige meisjes die 's avonds laat nog armbandjes verkochten, gingen we snel slapen. Morgen weer een dag.

18-1 Dag 1 Kuta, Lombok
Vandaar dat we maar weer eens besloten om te verhuizen, ook omdat ik mij niet helemaal top voelde na de lange reisdag. En na dat resort zijn we natuurlijk al iets meer gewend aan de luxe ;-)
Gelukkig vonden we al vrij snel Kuta Cabana Lodge, dat een aantal km. buiten het centrum ligt. Verscholen in de bergen, met daarbij een prachtig uitzicht op de omgeving en de zee, zelfs vanuit ons bed! Eigenlijk de ideale plek om je oude dag te slijten volgens Jel.
Een scooter huren op Lombok kost nog geen €4 per dag. Na een heerlijke lunch bij ons panoramarestaurant zijn we naar één van de mooiste stranden rondom Kuta gereden, Tanjung Aan. De temperatuur van de azuurblauwe zee schijnt hier rond de 30 graden te zijn. In combinatie met het lekkere weer, een zitzak speciaal voor Jel en een verse kokosnoot werd het een hele relaxte middag. Op het einde van de middag werden we vergezeld door een Australisch koppel. Tijdens de zonsondergang begon er plots een man te roepen vanuit het water. Ik zei nog: "moeten we hem helpen denken jullie?" En voor we door hadden wat er exact gebeurde kwamen er van alle kanten schreeuwende locals aangerend, met een soort reddingsboei. Blijkbaar riep hij toch om hulp. Een aantal seconden later werd de oude magere visser door minstens 4 man uit het water getild. Toen zagen we pas hoe slecht hij er aan toe was. De man kon niet meer op zijn benen staan. Hij zei dat het voelde alsof hij aan zijn benen werd getrokken en dat hij niet meer verder kon zwemmen. Blijkbaar dacht hij vanaf zijn vissersbootje een klein stukje naar de kant te zwemmen, alleen door de stroming was hij totaal uitgeput. Hij werd al snel achterin een laadbak gelegd, op weg naar het ziekenhuis. In de laadbak ging hij out, maar hij ademde wel. Even later kwam hij wel weer bij, maar ongelofelijk hoeveel pech...de auto startte niet meer. Jelle is toen samen met een local zo ongeveer voor een auto gesprongen en zo werd de man verplaatst naar de achterbank hiervan, om snel naar het ziekenhuis te scheuren. Beduusd bleef iedereen achter op het verlaten en bijna donkere strand.

19-1 Dag 2 Kuta
's Morgens heeft Jelle een rondje hard gelopen op het strand, ook om te informeren hoe het met de visser was. Helaas konden ze hem daar nog geen antwoord op geven. Na het ontbijt gaan zijn we naar een kleine markt in Senkol geweest, waar Jelle nog een goed bedoelde pets op zijn billen kreeg van een vrouwtje van rond de 70. Pittig wijfie hoor. Daarna wilden we nog langs een traditioneel sasak dorp, dit was ons iets te gemaakt. Vandaar dat we ervoor kozen om lekker wat strandjes af te gaan ten westen van Kuta. Zo zijn we naar de stranden Selong Belanak (surf) geweest, secret beach (snorkel) en Mawun (zwemmen) geweest. Bij het surfstrandje verloor Jel meteen zijn net gekochte (2 uur daarvoor) zonnebril vanwege de sterke stroming. Op Mawun leuk gekletst met de toch wel schattige kinderen, die je op een onschuldige manier armbandjes proberen te verkopen. Uiteraard heb ik de 3 mooiste uitgezocht en at zij ondertussen onze kokosnoot volledig leeg.

20-1 Dag 3 Kuta
Aangezien we hier in het regenseizoen zitten, hadden we al veel meer regen verwacht, maar mijn favoriete weeronline-app leidt ons precies op tijd naar de juiste plaatsen! De tropische regenbuien vallen over het algemeen voornamelijk 's avonds en 's nachts. Vanmorgen hadden we eens een natte start van de dag, gelukkig klaarde het rond 1 uur alweer op. Een ochtendje lezen, beetje hangen en dit verhaaltje schrijven is ook wel eens lekker. Onze kamer was al geboekt door een ander toen we vroegen of we nog een nachtje konden blijven. Maar geen probleem, we mochten verhuizen naar de fantastische family kamer! Na de bui zijn we gaan lunchen aan het strand van Kuta. Om vervolgens zo snel mogelijk terug te gaan naar het strand Tanjung Aan om te checken of er al meer nieuws was over de visser. Daar kregen we het verschrikkelijke nieuws te horen, dat de man overleden was. Blijkbaar is hij 5 minuten na aankomst van het ziekenhuis al overleden. De doodsoorzaak is niet helemaal bekend. Wel was het zo dat de man zich al 3 dagen ziek en duizelig voelde en ook niets gegeten had in de afgelopen dagen. Een heel triest einde en ook een bizarre gebeurtenis, omdat we het gewoon hebben zien gebeuren... Op hetzelfde strand drinken we een kokosnoot ter nagedachtenis aan de visser Rohan.














Sumatra deel 1

31 december 2017
Vandaag begint ons 6 weken durende avontuur in Indonesië. Rond 16.00 uur vliegen we met Garuda Indonesia rechtstreeks op Jakarta. We besloten de trein van 12.45 uur te pakken. Echter door wat inpakproblemen van Hester moesten we op het laatste moment Slakkie inschakelen om ons naar Schiphol te brengen. Wat een vriend!
Voor ons dus geen vuurwerk dit jaar, maar wellicht wel champagne. Rond middernacht plaatselijke tijd vlogen we ongeveer boven Dubai. Echter sliep zo goed als iedereen in het vliegtuig. De mensen die wel wakker waren werden getrakteerd op een muffin. Hester sliep al uren, dus voor haar geen muffin. Later kreeg ik te horen dat ik ook de helft had kunnen bewaren ;-)

Op 1 januari 2018 11.00 uur plaatselijke tijd landen we na 13 uur vliegen in Jakarta. Het tijdsverschil met Indonesië is 6 uur. 3,5 uur later vliegen we terug naar Banda Aceh in Sumatra, waar we op de heenweg na zo'n 10 uur al over heen vlogen ;-)
Helaas zijn er geen directe vluchten vanuit Schiphol naar Sumatra. Vandaar dat we om 14.30 uur met Batik Air onze weg vervolgden om rond 17.30 uur aan te komen in Banda Aceh. In Banda Aceh geldt de Sharia wetgeving. Dit houdt onder andere in dat vrouwen verplicht gesluierd rondlopen en dat alcohol strikt verboden is.
Op de eerste avond dachten we simpel en snel ergens te gaan eten. Echter ontmoeten we 'Daddy' bij ons hotel 'My Home', die ons uitnodigde voor het eten. Aangezien het spoelde van de lucht leek een lift ons wel makkelijk. Vervolgens kwamen we terecht bij de landroverclub van Jakarta, die naar het meest westelijke punt van Indonesie reisden, ook wel het 0 km punt genoemd. Hier deden maar liefst 19 landrovers en 55 mensen aan mee (de jongste is 6 maanden en de oudste 74 jaar). Toen wij aankwamen werden we als eregasten ontvangen door de burgemeester van Banda Aceh. Vervolgens werd het buffet geopend. Na een muzikale avond vol speeches werd er nog een toegift gedaan, dit was de Saman dans. Een typische dans die op Sumatra alleen word gedaan in de provincie Aceh. Dit is bekendste en mooiste dans van heel Indonesië. De dans werd uitgevoerd door ongeveer 20 jongeren. In het begin zag het er vrij sneu uit, ook omdat het nog steeds flink regende. Later gingen ze helemaal los met woeste nek- en hoofdgebaren. Voor de geïnteresseerden (https://m.youtube.com/watch?v=G4Hpj9mHbCI). Al met al een speciale gebeurtenis en een bijzonder begin van de vakantie.

Op 2 januari zijn we langs het Mesjid Raya Baiturrahman geweest, dit is de grootste en populairste moskee van de stad. Aangezien we niet proper gekleed waren, hebben we de moskee niet van binnen bewonderd. Met 30 graden ga je ook niet heel snel in een lange broek of gewaad lopen. De voornaamste reden om deze plaats te bezoeken is echter het Tsunami museum. Deze plaats staat bekend om de grootste natuurramp uit de geschiedenis, namelijk de tsunami van 26 december 2004. Bij deze ramp zijn er 280.000 mensen om het leven gekomen, waarvan maar liefst 220.000 mensen uit Indonesie! Banda Aceh heeft rond de 200.000 inwoners en verloor 1/3 van al zijn inwoners. Van deze 70.000 mensen was er 1 op de 3 ook nog maar een kind. Over de gehele tsunami zijn er 93.000 lichamen niet eens geidentificeerd. Op de dag van de ramp werd er om 8 uur 's morgens een zware aardbeving gevoeld. Iets daarna trok de zee zich terug en zijn heel veel mensen de vissen gaan verzamelen, niet wetende wat er komen zou. De rest is geschiedenis. Tegenwoordig worden er op scholen regelmatig evacutatie oefeningen uitgevoerd en zie je door de hele stad evacuatieroutes naar hoge punten/gebouwen.
Een bizarre ramp die vandaag de dag nog steeds ontzettend leeft in Indonesie. Hier kwamen we achter toen we het museum bezochten samen met honderden andere Indonesiche bezoekers. De filmpjes, foto's en verhalen hebben heel veel indruk op ons gemaakt.

Waar we hier ook achter kwamen is dat de portugese voetballer Ronaldo een slachtoffer geadopteerd heeft. Op die beruchte 26 december is er een kind gaan voetballen in een portugees shirt. 30 dagen later is hij levend terug gevonden op een stukje strand. Echter is de rest van zijn familie allemaal om het leven gekomen. Ronaldo heeft deze jongen vervolgens geadopteerd. Van de voetballer Ronaldo ben ik niet echt fan. Ik kijk nu in ieder geval met hele andere ogen naar hem.
Wat bijzonder/raar was om mee te maken is dat we in het museum continu aangesproken werden om op de foto te gaan. We lijken hier wel popsterren. Lange en blanke mensen zijn hier een trekpleister op zich. Dit konden we ons nog wel herinneren uit 2010, toen we beiden ook al toevallig in Indonesië op vakantie geweest waren. Maar toch is er in het museum niet echt reden om lachend op de foto te gaan. Zeker niet als je tussen alle namen van de overledenen staat.

Naast het Tsunami museum bevindt zich een begraafplaats ter ere van de nederlandse slachtoffers van een oorlog uit het verleden. Aan het einde van de 19e eeuw werd de Indische oceaan bij Aceh een belangrijke zeevaartroute, waarbij er veel schepen geplunderd werden door zeerovers. Om daar een stokje voor te steken kreeg Nederland de vrije hand op noord Sumatra om orde op zaken te stellen. Deze oorlog duurde voort tot aan de eerste wereldoorlog en hierbij zijn duizenden slachtoffers gevallen. Het is wel bijzonder om een begraafplaats te zien in Indonesie met daarop allerlei nederlandse teksten. Zelfs Fatimah de vrouw van J. Berkhout lag er. Toch geen familie?!

Om 16 uur zijn we binnen een uur naar het eiland Pulau Weh gevaren. Pulau Weh is een eiland met slechts 25.000 inwoners.
Gedichtje van Hester op de boot geschreven:
In de stromende regen naar Pulau Weh op volle zee,
dat viel al met al niet mee.
Jelle droomde al van de terugweg met een lekker zonnetje erbij,
die was met de bootreis op zijn zachtst gezegd niet zo blij.
Stuiterend over de ruige woeste Indische Oceaan.
Zouden wij overstag kunnen gaan?

Met een beja (tuk tuk) zijn we verder naar onze bestemming Freddies gereden aan het strand van Santai Sumurtiga. Ons guesthouse is vernoemd naar de vriendelijke Zuid afrikaanse eigenaar. Hier zouden we 4 nachten verblijven. Een prachtige accomodatie pal aan het strand en omringt door palmbomen. 'S avonds diner in buffetvorm met daarbij een uitgebreid welkomstwoord (van een half uur) en troosteloos weerbericht door Freddie. De eerste keer was dit nog heel grappig. De eerste avond hebbben we genoten van de vele regen en de prachtige bliksem.

In de nacht van 2 op 3 januari begonnen de hanen/kippen al vroeg te kukelen, tel daarbij de 2 moskeeën op en je bent vroeg wakker. Vandaag zijn we met een beja naar een waterval geweest. De wandeling daar naar toe was echter lastiger dan gedacht. Hester liet mij vaak haar hielen zien door de glibberige rotsen en het water dat we over moesten steken. Ze huppelde als een hinde voor mij uit en dat zelfs op slippers en in een jurkje. Hester werd steeds fitter en ik steeds witter. Na een half uurtje lopen kwamen we aan bij een klein watervalletje. De wandeling er naar toe was interessanter ;-)
Hierna hebben we nog een aantal apen bananen gevoerd in Monkey Forrest. Op de terugweg lieten we een mannetje van 70 in een palmboom klimmen om een kokosnoot voor ons te plukken, gemeen he? Wij bedachten de naam Mr. Coconut voor hem. Na terugkomst bij onze accomodatie voelde ik mij niet lekker worden en ben ik meteen op bed gaan liggen. Hester heeft zich bij Casa Nemo laten masseren. Toen ze terugkwam voelde ze dat ik flinke koorts had en daarnaast had ik buikpijn. Na 18 uur op bed gelegen te hebben was ik nog steeds niet lekker. Hester heeft toen het matras buiten gelegd, waardoor ik toch wat frisse lucht kreeg. Zuster Hester heeft uitstekend voor me gezorgd. Ze kwam met water, thee en cola aan. Legde een washandje op m'n voorhoofd en buik en zorgde voor overheerlijke droge rijst met kaneel en suiker ;-) wat er moeizaam inging. Hester heeft de hele dag gelezen en aan het strand gezeten. Aangezien de zee behoorlijk ruig was heeft ze nog niet gesnorkeld.

5 januari werd ik gelukkig weer fris en fruitig wakker en konden we eindelijk een scooter huren. Zelf je eigen tempo bepalen en stoppen waar je wilt, dat is toch het mooiste wat er is. Voor 100.000 Rupiah (€6,25) ben je de hele dag zoet. Al snel reden we per ongeluk een eenrichtingsweg in middenin Sabang (de hoofdstad van het eiland). Na wat getoeter en schreeuwende vrouwen waren we gelukkig net op tijd weer bij de les. Het is toch nog wat wennen dat links rijden.
We besloten om vandaag naar het dorp Iboih te rijden, waar je een paar mooie strandjes hebt. Hier is de zee veel rustiger en kun je dan ook veel beter snorkelen. Op de heenweg lasten we een stop in bij mr. Coconut. Ook besloten we om op zoek te gaan naar een ander guesthouse. Bij Freddies hebben we amper nachtrust, is de zee te wild en spraken we ook andere toeristen die daar ziek geworden zijn.

In de buurt van Iboih vonden wij een prachtige accomodatie met daarop slechts 2 bungalows en een oppervlakte van 8.000 m2. Deze geweldige plek 'Stone Park' wordt gerund door een Indonesisch/Engels koppel. Morgen zouden we hier terug komen om daar nog 3 dagen te verblijven. Hierna hebben we geluncht en gesnorkeld in Iboih. Bij de lunch wordt mijn geduld behoorlijk op de proef gesteld. Met de drankjes wachten ze, totdat het eten geserveerd wordt, dat weten we inmiddels. Verder is het hier de normaalste zaak dat eerst het ene gerecht, Hesters taco na bijna een uur, wordt geserveerd. En daarna begonnen wordt met het bereiden van gerecht nummer 2, zodat zij ongeveer nog een half uur heeft gesnorkeld. Daar was meteen al heel veel te zien; enorme blauwe en rode zeesterren en alle exotische vissen uit Finding Nemo, met uitzondering van Nemo zelf. Het koraal is nl in 2015 voor 75% beschadigd door El Nino, een veel te warme zeestroming. Eindelijk hadden we de juiste plek op het prachtige groene eiland en de onderwaterwereld gevonden! Op de terugweg zijn we langs Sabang gereden, een mooi kleurrijk dorp.
In de avond ben ik nog naar de kapper geweest, deze heeft mij ook geschoren. En dat alles voor slechts 20.000 Rupiah (€1,05). Waar gaat het over?! 5.000 fooi was dan ook het minste wat we konden doen ;-).

6 januari hebben we 's morgens een massage genomen, waarna we rond het middaguur samen met 3 Londenaren naar de andere kant van het eiland verhuisden.
Aangekomen bij Stone Park voelden we ons als een vis in het water en gaf ons het echte vakantiegevoel. Oftewel Adam en Eva in het paradijs.
3 dagen later voelden we ons daar al zo thuis, dat we bijna niet weg wilden. Dit park wordt gerund door Ally en Kathy, die daar samen wonen met hun zoon Mario en de tuinman/schoonmaker Soleh. Hele fijne en oprechte mensen die zich inzetten voor het goede doel. Zo is Ally een aantal jaar de projectmanager geweest van het Rode Kruis op Pulau Weh. Daarnaast zet Kathy zich al een aantal jaar in voor kinderen met een handicap. Zo ook hebben zij Mario geadopteerd een paar jaar geleden. Als baby (met hazenlip) van 4 maanden is hij in een mand gevonden in Medan, de hoofdstad van Sumatra. Vervolgens is hij naar een revalidatiecentrum gebracht bij Lake Toba (waar we nu zijn). Waar Kathy/Ally zich al deels over hem ontfermden. Op zijn 4e zou hij worden ondergebracht bij een weeshuis. Toen Kathy/Ally doorkregen dat dit geen goed weeshuis was, hebben ze besloten om Mario te adopteren. Verder hebben we vandaag genoten van onze enorme tuin, prive strandje en hebben we gesnorkeld.

7 januari zijn we 's morgens koffie gaan drinken bij de opening van een coffeebar, waarna we meteen uren zijn gaan snorkelen. Verder hebben we onze stoelen in de zee gezet met het uitzicht op onze geweldige lang gestrekte tuin. In de avond heeft Ally een bbq met vis geprepareerd die we samen met hem en de tuinman op de vloer van hun huis hebben opgegeten. De tuinman Soleh van 25 jaar is overigens pas een paar dagen voor ons gearriveerd. Hij heeft op zijn motor vanuit het zuiden in Sumatra in 3 dagen tijd ruim 1500 km afgelegd. Toen hij bij Stone Park arriveerde was hij verliefd op het geheel en gaf aan hier dolgraag te willen werken. Sinds een paar dagen is hij al volledig opgenomen in de familie. Wellicht ook, omdat hij zelf helemaal geen familie meer heeft, aangezien hij zijn ouders op jonge leeftijd verloor. Een bijzonder mooie avond met aangrijpende verhalen!

8 januari zijn wij 's morgens op de scooter naar het 0 km punt gereden. Deze weg gaat dwars door de jungle, onderweg kom je dan ook veel apen tegen. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht over het eiland en de zee. Hiervoor hebben we onze tuinman een voetbalshirt van mij laten uitzoeken, hij koos een shirt van Chelsea. Omdat hij amper
engels sprak ging de communicatie moeizaam, maar met handen en voeten kom je al heel ver. Bij terugkomst liet hij trots zijn spierballen zien in zijn nieuwe shirt.
'S middags zijn we met de boot naar het kleine eilandje Rubia gevaren. We hadden al mooi gesnorkeld, maar wat we hier aantroffen is met geen pen te beschrijven. Zo ontzettend veel mooie vissen bij elkaar en eigenlijk hoefde je alleen maar je masker in het water te leggen. Hester voerde de vissen cheetos chips (die hier niet lekker is), waarbij er echt zo'n 100 mooie vissen om Hester heen zwommen.
Ook zagen we op het eiland nog een enorme varaan van ongeveer 1,5 meter, waarna Hester enige twijfel heeft gekregen om nog naar Komodo eiland te gaan.

Op het einde van de middag kwam er een Nederlands stel op bezoek bij ons, die we eerder bij Freddies ontmoet hadden. Hester is met ze gaan snorkelen en toen kwamen ze zelfs een enorme paarse pijlstaartrog tegen. We zijn toen met Stijn en Franka gezellig uit eten geweest in het naastgelegen dorp Gapang. Op de terugweg kampten we met een lekke band op de scooter. Precies op het moment waar we stopten, zat onze gastheer Ally met vrienden. Hij bracht ons vervolgens een paar km verder naar onze slaapplek. Je merkt trouwens echt dat het laagseizoen is, omdat we heel weinig toeristen tegen komen. Wat waarschijnlijk ook met het regenseizoen te maken heeft. Echter regent het een enkele keer alleen 's avonds een paar uur.

9 januari hebben we helaas afscheid moeten nemen van Ally en Soleh. Kathy en zoon Mario zijn al eerder vertrokken, aangezien ze Mario beter onderwijs willen aanbieden. Dat schijnt op dit eiland niet hoogstaand te zijn, vandaar dat Kathy en Mario verhuizen naar lake Toba. Van de tuiman kreeg ik nog een zelf gemaakte armband cadeau. Het afscheid viel mij en Hester zwaarder dan gedacht, zelfs tranen bij afscheid bij Hester. In de beja op weg naar het vliegtuig zeiden we nog tegen elkaar; 'willen we hier wel weg'? Het antwoord was eigenlijk nee, maar toch weet je dat er nog zo veel te zien is, net als de mensen die nog op ons pad gaan komen.

Om 14 uur zouden we de vlucht hebben naar Medan. Deze was echter met een uur vertraagd. Op het vliegveld kwamen we een homostel uit New York tegen. Om 16 uur zijn we na een uur vliegen met een vliegtuig van Wings aangekomen in Medan. Met het stel hebben we vervolgens een taxi gedeeld naar de jungle plaats Bukitt Lawang. Het is de bedoeling dat we daar Orang Oetans gaan spotten. Echter hebben we in Medan meer stil gestaan dan gereden, gezien de hectiek van het verkeer daar. Pas om 20.45 uur zijn we aangekomen in Bukitt Lawang. Na een gezamenlijk diner met het stel zijn Hester en ik om 22.30 uur in het pikkedonker door gelopen naar onze accomodatie 'Kupu-Kupu Garden' (vlindertuin). Onze slaapplek lag nogal iets buiten het centrum, namelijk in the middle of the jungle, waardoor we met een hoofdlamp langs de rivier nog een kwartier verder moesten wandelen met backpack en al. Aangekomen bij Kupu-Kupu aan de Orang Oetanstreet hebben we snel onze kamer opgezocht. Vlak voor het slapen gaan trof Hester echter een reusachtige neef van de vogelspin aan. Hoe dit avontuur verder zal gaan, lees je echter een volgende keer

Welkom op mijn Reislog!

Hallo en welkom op mijn reislog!

Dé plaats om op de hoogte te blijven van alle avonturen en ervaringen tijdens deze reis. Vanaf nu zul je hier dan ook regelmatig nieuwe verhalen en foto's vinden, en via de kaart weet je altijd precies waar ik me bevind en waar ik ben geweest! Meer informatie over mijzelf en de reis die ik ga maken vind je in het profiel.

Wil je automatisch een mailtje ontvangen wanneer er een nieuw verhaal of een nieuwe fotoserie op deze site staat? Meld je dan aan voor mijn mailinglijst door je e-mail adres achter te laten in de rechter kolom.

Ik zie je graag terug op mijn reislog en laat gerust af en toe eens een berichtje achter!

Leuk dat je met me meereist!

Groetjes,

Jelle